De aan-knop
Afbeelding van Arek Socha via Pixabay
Het is woensdagochtend. De bel gaat. Ik sta zoals altijd bij de deur en wacht de leerlingen op.
Freek struikelt de deur binnen, slaat in het voorbijgaan drie andere leerlingen met zijn tas en loopt
me straal voorbij. Vertwijfeld staat hij voor de kapstok. Daarna kijkt hij even om zich heen, beseft
zich dat hij zijn schoenen en jas uit moet doen en begint zijn dagelijkse worsteling.
Na een minuut of 10 staan zijn schoenen midden in de gang, loopt hij met 1 pantoffel naar de klas en
zit zijn broodtrommel nog in zijn tas.
Net als ik naar mijn kamertje wil gaan, hoor ik de stem van Freek weer in de gang.
‘Juf, is het vandaag woensdag?’
‘Jazeker Freek,’ zeg ik.
Freek knikt instemmend. Woensdag. Dat betekent dat hij ’s middags bij mij naar de plusklas mag.
‘Gaan we weer aan het huis verder?’ vraagt Freek, terwijl hij ondertussen alweer bezig is met een
kleuter die te laat binnenkomt.
‘We gaan vandaag verder met het huis en denken na over de toekomst.’
Zonder iets te zeggen pakt Freek zijn broodtrommel uit zijn tas en loopt naar de klas.
Die middag zit ik klaar om de leerlingen van de plusklas te ontvangen. Freek komt binnen zonder zijn spullen. Daar had hij even niet aan gedacht. Hij bedenkt zich dat we een huis gingen bouwen en pakt alvast wat papier uit de kast.
‘Ik kan niet knutselen,’ zegt hij meteen.
‘En tekenen kan ik ook niet.’
We starten met de les.
‘…..en vandaag gaan we dus aan de slag met het huis van de toekomst. Stel je voor dat je in de
toekomst kunt kijken. Hoe ziet jouw huis er dan over 100 jaar uit?’
De groep gaat enthousiast aan de slag. De meest wilde ideeën komen boven.
‘De keuken kookt zelf!’
‘Het zwembad zit op zijn kop!’
‘Mijn huis is helemaal begroeid met planten, dan red ik het milieu!’
Bij Freek blijft het stil. Hij staart naar zijn lege papier.
‘Freek, hoe ziet jouw huis er over 100 jaar uit?’
Freek staart wat in de lucht, staat op van zijn kruk en begint rondjes te lopen door het klaslokaal.
Even later ligt hij languit op de vloer en maakt hij vreemde geluiden. Ik loop naar hem toe.
‘Zeg Freek, ik zie dat je nog niet aan je opdracht begonnen bent, kan ik je misschien helpen?’
Freek zucht. Ik zie dat hij ergens diep over nadenkt. ‘Ik kan mijn opdracht niet maken.’ zegt hij dan.
Ik ga naast hem op de grond zitten en kijk hem aan. ‘Kun je me ook vertellen hoe dat komt?’
Freek zucht weer, gaat op zijn buik liggen en zegt: ,Hoe kun je een huis tekenen dat niet meer bestaat? Over 100 jaar staat mijn huis er echt niet meer hoor….’ Opeens begrijp ik zijn dilemma.
Ik rol even om en zeg: ‘Goh.. en als dat huis nu eens opnieuw gebouwd zou worden? Hoe ziet het er
dan uit?’
De zin is mijn mond nog niet uit of Freek springt op. Hij rent naar zijn papier en begint driftig te
tekenen. De meest wilde ideeën die ik tot nu toe gehoord heb komen naar boven.
‘Kijk! Een roltrap! En natuurlijk een speciaal slot dat alleen mij herkent!
En wat dacht je van een kluis die niemand open krijgt? En ik kan gamen vanuit bed, want mijn bed is een videospel!’
Tevreden ga ik aan de kant zitten.
Hebben we vandaag toch nog de aan-knop gevonden.